Zuid-Italië – 4 t/m 12 mei 2013

Zaterdag 4 mei.

Om half 12 ontmoeten we Cor en onze reisgenoten op Schiphol. De groep bestaat uit achttien reizigers, waarvan Hanneke en Victor voor het eerst meegaan. Het is jammer dat Catrien’s morgens de reis heeft moeten afzeggen vanwege een longontsteking.
De vlucht naar Rome verloopt voorspoedig.
De bus staat al op ons te wachten en om 16.00 uur vertrekken we. Cor is blij met chauffeur Victor, die hij van vorige reizen kent.
Vanaf het vliegveld op weg naar Sabaudia, onze eerste stop, rijden we over de Via del Mare aangelegd door Mussolini. De weg begint in Rome en loopt door de provincies Lazio en Campanië naar het Zuiden.

Links van onze weg loopt de Via Appia. Aan de bouw van de Via Appia werd in 312 v.Chr. begonnen op initiatief van Appius Claudius Caecus, naar wie de weg ook werd genoemd. De weg werd aangelegd om een snelle troepenverplaatsing mogelijk te maken, maar kreeg ook een enorm economisch belang, voor vervoer van goederen en personen tussen Rome en Campanië en verder. De weg liep aanvankelijk tot Capua, later is hij doorgetrokken naar Brindisi.

Cor vertelt over Horatius, die in de de tijd van keizer Augustus leefde. Horatius werd door Maecenas ontdekt. Deze schonk de dichter een villa, inclusief een landgoed (33 v. Chr.). Daar hield hij zich bezig met zijn poëzie. Cor leest voor uit dat deel van zijn werk waar hij de reis over de Via Appia beschrijft en verhaalt over muggen en kikkers waar het in dit gebied van wemelde.

Ook Goethe beschrijft in zijn “Italiaanse reis” de tocht over de Via Appia, die hij in 1786 aflegde van Rome naar Napels. Ook uit deze beschrijving leest Cor voor. Het is heerlijk om in de bus te zitten en naar deze verhalen te luisteren.

Een groot gedeelte van de provincie Lazio bevindt zich enkele meters boven de zeespiegel. Dit gebied was 2000 jaar lang een moerasgebied en broedplaats voor malaria. Het stond bekend onder de naam Pontijnse Moerassen (Agro Pontino). Lazio is gelegen aan de Tyrreense Zee.

Cor vertelt de geschiedenis van het gebied en beveelt nogmaals het boek ‘Het Mussolinikanaal’ aan. Essentieel voor de drooglegging van het gebied en voor het verdrijven van de malariamuggen, die het leven er eeuwenlang onmogelijk maakten, is het graven van het Mussolinikanaal. Dit onbewoonbare gebied ten zuiden van Rome, wordt in de jaren dertig in opdracht van Mussolini drooggelegd. Voor dit megaproject zijn werklui uit de arme provincies in Noordoost Italië gelokt, die zich er vervolgens ook zullen vestigen. De grond werd voor landbouw aan hen beschikbaar gesteld. De productie werd precies bijgehouden, die qua architectuur het Modernisme uitstralen, met torens ter oriëntatie en de tijd.

Rond de steden Sabaudia, Pontina en Pomezia, Aprilia en Latina verrijzen rijen met moderne boerderijen. Identieke ontwerpen, op exact dezelfde afstand van elkaar gegroepeerd. De veranda’s waren alle voorzien van muggengaas. Typerend voor de streek zijn de eucalyptussen, vermeerderd uit geïmporteerde Australische bomen. Zij zijn aangeplant omdat ze snel groeien, grote hoeveelheden water vasthouden en als windkering kunnen dienen. Het hele project was een monsteronderneming van Mussolini.

Na de Tweede Wereldoorlog bestrijden de Amerikanen de muggen via sproeivliegtuigen met DDT, want deze waren nog steeds een plaag.

De kustlijn is prachtig. Rechts van ons zien we een enorme puist uit zee opduiken: de Monte Circeo. Volgens de legende was de puntige kalkstenen rots een eiland. Hier woonde de tovenares Kirke in een paleis omringd door bossen met wolven en poema’s.

Dit is het eerste deel van het reisverslag. Lees het gehele reisverslag Zuid-Italië 2013 verder in pdf of ga terug naar het overzicht.