Rome van Augustus tot Mussolini

Na veertien jaar plannen maken, uitstel en restauratie is onlangs het mausoleum van Augustus geopend voor het publiek.

Terwijl de jonge Octavianus, die later de erenaam Augustus, de Verhevene, kreeg, in een machtsstrijd verwikkeld was met zijn rivaal Marcus Antonius, besloot hij tot de bouw van een ongekend grafmonument in Rome.

Augustus van Prima Porta, Vaticaanse Musea

Op open terrein aan de noordkant van de eigenlijke stad verrees een kolossale bakstenen cilinder met in het midden een hoog oprijzend gedeelte met koepeldak. Daarbovenop stond het verguld bronzen beeld van de man die duidelijk wilde maken dat hij de wettige opvolger van Julius Caesar was en dat Rome het centrum van de macht was, zijn macht en niet Alexandrië, waar Marcus Antonius zich ophield met farao Cleopatra aan zijn zijde.

Het mausoleum van Augustus werd de laatste rustplaats van zijn dynastie. Alleen Nero kreeg er geen plaats. Keizer Hadrianus bouwde later een eigen mausoleum dat we nu nog kennen als de Engelenburcht.

Zoals met alle klassieke monumenten in Rome werd ook het mausoleum van Augustus slachtoffer van zijn eigen grandeur. Het werd geplunderd door de Goten, gebruikt als marmergroeve in de middeleeuwen en renaissance en hergebruikt als onder meer burcht, arena en in de 19e eeuw als concertzaal.

In 1922 kwam Mussolini aan de macht. Als nieuwe leider van fascistisch Italië presenteerde hij zich als erfgenaam van zijn grote voorbeeld keizer Augustus. Een nieuw gouden tijdperk zou onder zijn bewind aanbreken en romanità, Romeins-zijn zoals de oude Romeinen, werd een kernbegrip.

Daarbij hoorden in zijn ogen mannelijke waarden, discipline, vitaliteit, geweld en oorlogvoering. Zo deden de Romeinen het, zo zouden de Italianen het ook doen. 

Om dit ideaal uit te dragen werd in 1937 de Mostra Augustea della Romanità georganiseerd. Op deze tentoonstelling stond uiteraard Augustus centraal. Diens militaire campagnes, het begin van de Pax Romana, het moreel réveil en persoonlijk leiderschap van Augustus werden breed uitgemeten. Het fascisme van de twintigste eeuw werd voorgesteld als een voortzetting van het klassieke Rome.

Architectuur is een ideaal middel voor machthebbers om hun status en hun agenda uit te dragen. Dat wist Augustus, maar Mussolini wist het ook. Onder zijn bewind werden in Rome klassieke monumenten vrijgelegd. Die waren in de loop der eeuwen verdwenen onder huizen, straten en kerken. Het bekendste voorbeeld is wel het complex van de Keizerfora. Om een nieuwe paradeweg, de Via del’Impero, aan te leggen vanaf Piazza Venezia tot aan het Colosseum liet Mussolini elf straten met huizen, palazzi en kerken slopen en een heuvel afgraven.

Een zelfde kaalslag was nodig om het mausoleum van Augustus vrij te leggen. Een middeleeuws weefsel van straatjes en huizen moest verdwijnen. Omdat het straatniveau in de loop de eeuwen meters hoger was komen te liggen, werd rond het mausoleum een deel van het terrein uitgegraven. Rond het nieuwe plein kwamen aan drie zijden kantoorgebouwen in de stijl van die tijd. Het resultaat van de hele operatie was nogal teleurstellend: een baksteenklomp in een kuil.

Mussolini had het mausoleum gedacht als eigen grafmonument, maar zover is het nooit gekomen. Op de vlucht met zijn minnares Clara Petacci en een gevolg van ministers werd hij in april 1945 tegengehouden aan het Comomeer en geëxecuteerd. Pas in 1957 kreeg hij een grafmonument in zijn geboortedorp Predappio, nu een bedevaartsoord voor extreemrechts Italië.

Piazza Augusto Imperatore, impressie van het wandelgebied bij het mausoleum

Bij de restauratie van het mausoleum van Augustus is besloten ook het omliggende terrein verder uit te graven. Dat is nu één grote opgraving, waar resten van alle latere periodes langzaam voor de dag komen. Het is de bedoeling een wandelgebied te creëren met trappenpartijen naar o.a. de Ara Pacis, het Altaar van de Vrede uit de tijd van Augustus. Mussolini had de teruggevonden onderdelen daarvan ondergebracht in een grote marmeren doos aan de Tiber. Sinds 2009 is dat vervangen door een witmarmeren museumgebouw van Richard Meier. Aan de lange zijkant daarvan is nog altijd de tekst van de Res Gestae, de verrichtingen van keizer Augustus te lezen. Mussolini had dit testament van zijn grote voorbeeld laten aanbrengen.

Eén van de gebouwen aan het plein wordt door het juweliershuis Bulgari omgebouwd tot vijfsterrenhotel. Boven de ingang staat in grote letters een ronkende tekst waarin Mussolini dux de eer voor zich opeist deze plek, waar de schim van Augustus rondwaart te hebben verfraaid met nieuwe gebouwen passend bij de menselijke beschaving.

Ook de geest van Mussolini waart nog rond in en om het mausoleum en de Ara Pacis. Zijn flirt met de oudheid heeft in Rome heel wat overhoop gehaald, zijn ideeën leven voort bij veel Italianen en in Predappio zijn de parafernalia van het fascisme en van de Duce opzichtig te koop.

Over de persoon van Mussolini en de opkomst van het fascisme in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog is in Italië een meesterlijk boek verschenen van de hand van Antonio Scurati. In vertaling is de titel M de zoon van de eeuw (Podium 2019). Vanaf 1919 volg je de jonge Mussolini in zijn poging een beweging op te zetten van gefrustreerde veteranen uit de oorlog, de Arditi. Zij hadden vaak in één op één gevechten met handgranaten en dolken de Oostenrijkers bevochten in de loopgraven. Ze werden geminacht door de socialisten die tegen deelname van Italië aan de oorlog waren geweest en als knokploegen waren ze willig materiaal voor de ambitieuze journalist en politiek agitator Mussolini.

Het boek leest als een filmscript dat je meevoert van Milaan naar de Povlakte en van Rome naar Fiume, waar de excentrieke Gabriele d’Annunzio een eigen republiek had uitgeroepen. 

Geweld, stakingen, aanslagen, de roep om revolutie, Mussolini als seksueel roofdier, het Futuristisch Manifest van Marinetti, je komt het allemaal tegen. Een eeuw komt tot leven in het verhaal van de Zoon van de eeuw.