Cecilia als organist

Zondagavond keek ik traditiegetrouw naar Podium Witteman. Floris vertelde over de patrones van de muziek, Cecilia, en hij wist te vertellen dat er meer dan tachtig orkesten en muziekverenigingen in Nederland zijn die haar naam dragen.
Hij legde uit wie Cecilia was: een jonge vrouw die zich in Rome tot het christendom had bekeerd en maagd wilde blijven hoewel haar familie al een leuke man voor haar had uitgezocht, Valerianus geheten. Ze trouwen inderdaad, maar de eerste huwelijksnacht had hij zich toch anders voorgesteld. Op aandringen van Cecilia bekeert hij zich tenslotte en dat valt niet goed in de familie. De stadsprefect wordt ingeschakeld en Valerianus moet zijn huwelijk met de dood bekopen.

Apsis Sante Cecilia

Hoe loopt het met Cecilia af? Haar passio, het verhaal van haar martelaarschap, maakt er iets moois van. Zij bekeert nog veel heidenen tot het christelijk geloof, maar uiteindelijk wordt ook zij ter dood veroordeeld. Haar eigen familie mag het vonnis ten uitvoer brengen. Hoe pak je dat aan? Ze wordt opgesloten in de sauna van haar eigen huis, maar ze overleeft de hete dampen. Tenslotte komt de beul eraan te pas, die haar met drie slagen in de hals probeert te doden. Vergeefs. Ze leeft nog enige tijd en schenkt haar bezittingen aan de armen. Aan de bisschop van Rome, paus Urbanus, vraagt ze haar huis om te bouwen tot kerk.

Is dit allemaal echt gebeurd? Die vraag is lastig te beantwoorden. Daarvoor lijkt haar verhaal te veel op dat van andere jonge vrouwen die maagd wilden blijven, zoals Agnes, Agatha, Christina of Dorothea. Steeds dezelfde opbouw, steeds dezelfde afloop. Maar die kerk van Cecilia, die is echt. Daar kun je onder het altaar het beeld zien liggen van Cecilia, in 1599 gemaakt door Stefano Maderno. Want met de dood van Cecilia is het verhaal niet afgelopen. In de catacomben van San Callisto werd haar graf in de negende eeuw ontdekt door paus Paschalis. Ze lag er nog steeds mooi bij, op haar zij met het gezicht naar beneden. Haar sarcofaag werd overgebracht naar haar eigen kerk en onder het altaar geplaatst.
In 1599 werd de kist opnieuw geopend en geloof het of niet: Cecilia was nog steeds goed herkenbaar: de drie wonden in haar hals en drie uitgestrekte vingers die haar geloof in de Drie-eenheid bewezen. Te mooi om waar te zijn. Maderno gebruikte een jong model voor zijn beeld en het resultaat mag er zijn. Die ene vinger van haar andere hand is natuurlijk de ene God.

Iedere kardinaal heeft in Rome een eigen kerk, titelkerk genoemd. Rond 1900 was de Santa Cecilia de titelkerk van kardinaal Rampolla. Hij besloot het erop te wagen en opgravingen te laten doen onder zijn eigen kerk. En dat was niet zonder resultaat: je kunt nu lopen tussen de resten van Romeinse woningen en een deel ervan zou het badhuis zijn geweest waar Cecilia had moeten sterven. Zoals zo vaak geldt ook hier weer: het verhaal mag onwaarschijnlijk zijn, misschien zelfs geheel verzonnen, maar het levert wel een kerk op die in de loop der eeuwen steeds verder werd verfraaid. Alleen al het apsismozaïek uit 820 is de moeite waard. Daar zie je aan Christus’ rechterhand Paulus, Agatha en paus Paschalis en links Petrus, Valerianus en Cecilia.

Rafaël, Cecilia in extase; Pinacoteca Nazionale Bologna

Nu blijft nog de vraag: wat heeft Cecilia met muziek te maken? Dat zit zo: in haar passio staat over haar trouwdag het volgende: Cantantibus organis illa in corde suo soli Domino decantabat: bij het spel der instrumenten zong zij in haar hart alleen tot de Heer. In de Middeleeuwen werd het Latijn als antifoontekst iets ingekort en bovendien verkeerd vertaald: Terwijl zij op het orgel speelde, zong zij tot de Heer. En zo werd zij ook afgebeeld: Cecilia met haar orgeltje. Later kon het ook een viool zijn, een cello of theorbe.

In Wandelingen door Rome schrijft Godfried Bomans over Cecilia en haar kerk. Bij hem is het een Nederlander die de vertaalfout maakte: Het stemt tot fierheid dat wij, Nederlanders, het eerst die fout hebben gemaakt. Had een geleerde de tekst vertaald, dan was er niets gebeurd. Maar nu dit aan een sufferd werd toevertrouwd, zijn we een verrukkelijke heilige rijk geworden. In alle kerken en musea ter wereld speelt zij sinds eeuwen zwierig op haar orgel, ja, zelfs Rafaël beeldde haar zo af, bijna dansend temidden der zaligen. En toen Rafaël zich eenmaal met de zaak bemoeid had, kon de klok niet meer teruggezet worden. Want de visie van een kunstenaar wint het altijd van een correcte vertaling.

Over de crypte die kardinaal Rampolla in zijn kersverse opgraving liet inrichten, schrijft hij: Het is een van de horreurs van Rome, een bezienswaardigheid voor wie belang stelt in de uiterste diepte, waartoe klerikale wansmaak vermag af te dalen. Daar word je toch vrolijk van en dat hebben we wel nodig in deze donkere dagen.