Verona en Venetie – 2 t/m 10 mei 2016

2 Mei maandag.

Op Schiphol is het een vrolijk weerzien met de reisgenoten.
We maken kennis met de nieuwe deelnemers de, “Corneliszeggers”.
De vlucht naar de luchthaven Marco Polo van Venetië verloopt probleemloos. Per bus zijn wij al spoedig onderweg naar Verona. Rechts mooi uitzicht op de besneeuwde uitlopers van de Dolomieten. Links kijken we uit over de Povlakte.

Cor vertelt over de geschiedenis van Verona, dat wij vanwege de arena kennen als een Romeinse stad. In de pre-romeinse tijd was Verona Gallisch. De arena is de op twee na grootste, na het Colosseum en de arena van Capua.
Goethe bezoekt Verona op zijn “Italienische Reise” in september 1786. Het amfitheater is zijn eerste kennismaking met de Romeinse monumenten in Italië. Hij beschrijft o.a. de zorgeloos wandelende menigte op de Piazza Bra.
Bekende Veronesen zijn Catullus, die liefdesgedichten schreef voor zijn vriendin Lesbia. Verder San Zeno (overleden 380), de achtste bisschop van Verona, afkomstig uit Noord-Afrika, dat toen deel uitmaakte van het Oost-Romeinse Rijk. Paus Gregorius de Grote (590-604) verklaarde hem heilig. Hij verrichtte een wonder door te verhinderen dat het bij een overstroming meters hoog voor de kerk staande water door de open deuren de kerk binnenstroomde.
San Zeno is de patroonheilige van Verona.

Na het einde van het West-Romeinse Rijk werd Verona ingenomen door de
Ostrogoten en later door de Longobarden. Die werden in 774 verslagen door Karel de Grote, waarna de stad deel uitmaakte van het Frankische rijk.
In 1126 komt de dynastie van de Scaligeri (trappendragers) aan de macht. Cangrande I en II zijn de belangrijkste vertegen-woordigers. Cangrande II, een mecenas, heeft Dante, als balling, in Verona gastvrijheid verleend. Een stuk uit de Divina Commedia is aan hem opgedragen. Hij werd in 1392 vergiftigd met vingerhoedskruid. Gian Galeazzo Visconti uit Milaan verovert later Verona. In 1402 wordt Verona ingelijfd door Venetië. De stad blijft Venetiaans totdat Napoleon in 1796 Verona verovert. In 1866 volgt aansluiting bij het Koninkrijk Italië.

Geboeid door het verhaal van Cor rijden we voordat we het weten via de Porta Nuova, ontworpen door Sanmicheli, de Via Porta Nuova op naar ons Hotel Firenze, strategisch gelegen aan de weg naar de Piazza Bra. Verdwalen is dus onmogelijk.

Na de gebruikelijke procedures zijn we al snel aan de wandel op weg naar de basiliek van San Zeno. We passeren eerst de San Zenetto, dicht bij de Adige gelegen. De kerk is gebouwd op de plaats van de steen waarop Zeno zijn hengeltje uitwierp om te vissen. Hij wordt dan ook vaak met een vis afgebeeld. De kerk is gewijd aan San Pietro Martire, die op een poort voor de kerk staat met een mes op zijn schedel. Aan de andere kant staat San Zeno. We werpen een snelle blik naar binnen en lopen dan verder langs de Adige met achter ons de fraaie Ponte Scaligero. De campanile van de San Zeno zien we al uit de verte en even later staan we voor de indrukwekkende façade van de San Zeno Maggiore, een 12e -eeuwse romaanse basiliek. De oorsprong van de kerk is niet geheel duidelijk. Mogelijk stond op deze locatie vanaf 300 een kerkje. Koning Pepijn (tweede zoon van regerende keizer Karel de Grote) gaf opdracht voor een aan San Zeno gewijde kerk. San Zeno werd hier (her)begraven. In 900 werd de kerk verwoest door de Hongaren. Begin 12e eeuw werd begonnen met de bouw van de huidige basiliek. De bouw werd voltooid in 1389 met een gotische apsis.
We kijken tegen een roosvenster aan, symbool van het rad van fortuin. Voor de kerk een portiek, geschraagd door twee zuilen, die op leeuwen steunen, bewakers van de tempel. In de lunet boven de deuren een afbeelding van San Zeno, die op de duivel (Arianen) trapt. Naast de deuren reliëfpanelen met Bijbelse taferelen van maestro Nicolò. De kerk wordt geflankeerd door een vrijstaande campanile.

We lopen de kerk binnen en zien boven het middenschip een zelfdragend scheepskielplafond. In een nis op het koor met prachtige gotische koorbanken staat het beschilderde houten beeld van San Zeno, die ons vriendelijk toelacht.

Hier volgt een beschrijving van Patries. Zij neemt nu vanuit het schip het woord om de bronzen deuren van de ingang te bespreken. Ieder krijgt een A4 schema waarop de onderdelen zijn aangegeven. Er zijn 48 bronzen panelen van 55x 50 cm bevestigd met klinknagels op een houten ondergrond. Na een aardbeving in 1117, is de gevel vernieuwd, het portaal verbreed en zijn 26 panelen van de oude deuren hergebruikt (ca. 1138). Meerdere bronsgieters waren aan het werk.

We bespreken de oudere panelen op de linker deur met het leven van Christus en Johannes de Doper. Op de rechter deur zijn taferelen uit het Oude Testament te zien en wonderen van San Zeno. Een foto van Nicoline laat mooi zien, dat de figuren ver uitsteken uit het vlak. Dat betekent een heel knappe giettechniek. Soms zijn de figuren los gegoten en met nagels vastgeklonken. De eenvoud van deze weergaven spreekt ons aan. 8) Voetwassing door Christus op de rug gezien; bedremmeld buigen de apostelen naar voren. 9) Maaltijd bij Simeon; Magdalena op de voorgrond. 11) Kruisdraging; Christus, gebukt onder het kruis; gerechtsdienaren met hamer en spijkers.
12) Christus voor Pilatus; links zwaarddrager en Pilatus; rechts twee mannen in gesprek. 14) Kruisafname (Christus met gesloten ogen; is koning met kroon) zon en maan, nog met klassieke gezichtjes er in. 15) Vrouwen bij engel en het lege graf; ranken als achtergrond; één vrouw en soldaten verloren gegaan, gaatjes van bevestiging nog aanwezig.

Cor waarschuwt dat wij het topstuk nog moeten zien: een triptiek achter het hoofdaltaar van Mantegna uit 1459. Het stelt een Sacra Conversazione voor. Maria in het midden met een roosvenster als aureool. Links herkennen we Petrus (sleutels), Paulus (zwaard), Johannes de Evangelist (evangelieboek) en San Zeno. Rechts staan Benedictus (boek), Laurentius (rooster en martelaarstak), Gregorius (bisschopsstaf en mijter) en Johannes de Doper (staf met kruis). Het rood van de guirlandes duidt op het komende lijden van Christus. De predella is een kopie. De originele delen bevinden zich in het Louvre en in Tours. Op de balustrade voor het priesterkoor beelden van Jezus en de apostelen.

De kerk gaat sluiten en via de linkerzijbeuk lopen we het claustrum van het vroegere klooster in met grafmonumenten en sarcofagen.

We wandelen terug naar het hotel om even bij te komen van de vermoeienissen van reis en cultuur en om ons klaar te maken voor het diner in Ristorante Il Cenacolo. Primo ?Risotto all?Amarone?. De ham voor de secondo wordt ter bewondering rondgedragen. Na een gezellige maaltijd met de nodige wijntjes zijn we toe aan een verdiende nachtrust.
Eileen en Herman.

Dit is het eerste deel van het reisverslag. Lees het gehele reisverslag Venetië 2016 verder in pdf of ga terug naar het overzicht.