Griekenland – 13 t/m 21 oktober 2011

Donderdag 13 oktober.

Vandaag is de vertrekdag van de tweede Griekenlandreis o.l.v. dhr. C.J.M. Jonkman, Italia Classica, voor sommigen Cornelis en voor anderen Cor.

De herinneringen aan het eerste bezoek aan Griekenland zijn zo aangenaam, dat een select gezelschap van recidivisten aangevuld met een nieuwe cultuur zoekende populatie het vasteland van Griekenland verder gaat verkennen. Thessalië, Epirus en Macedonië verleiden ons tot een vliegtocht in etappes met de Malev. In de zeventiger jaren bekend van zijn krakende, Spartaans gebouwde Iljoesins, maar die nu beschikt over comfortabele vliegtuigen van Amerikaanse snit. Bij de tussenstop in Budapest blijkt ons vliegtuig naar Athene een half uur later dan beoogd te vertrekken. Alle tijd voor een kop koffie, een stuk appeltaart of een mijmering hoe de reis verder zal verlopen, denken we met z’n allen.

Of de tijd gaat in Budapest sneller dan bij ons óf de vertrektijd is inmiddels weer gewijzigd, maar in eens is het “haasje repje”. Wim en Jos worden van de appeltaart gesleurd en Cor moet weer bij de les gehaald worden starend in de verte over het vliegveld. Wat zou daar in zijn gedachten omgaan. Mag ik nu wel gids zijn voor de reisgroep in ver afgelegen opgravingen? Kunnen we nu wel de Akropolis bezoeken? Zal eenieder weer gezond thuiskomen van deze expeditie?

Aan boord blijkt deze haastige spoed niet nodig geweest te zijn. Het toestel vertrekt niet. Een frisdrank wordt geserveerd. Toch eens even vragen aan de stewardess wat er aan de hand is. “Oh niets, we hebben nog geen toestemming om in Athene te landen: het is daar te druk”! Het woord staking noemt ze niet. Dat geeft hoop, dat we ons doel kunnen bereiken.

Drie kwartier later vertrekken we van Budapest op weg naar Athene. De stad, waar in oktober 2010 onze eerste Griekenlandreis geëindigd is. Hoe zal het nu in Athene zijn. Treffen we een stad vol weeklagende en mistroostige Grieken gehuld in sombere kledij, geraakt als zij zijn door het nakende bankroet van hun staat? Of zien we juist vrolijk vroeg gepensioneerden en flamboyante witmakende zwart geld-verdieners ? We weten in elk geval, dat de Akropolos ons daar wacht, smachtend naar ons uitgestelde bezoek van 2011.

Niet alleen wij komen keurig in Athene aan, maar ook al onze koffers: dat is weleens anders geweest. De busrit naar ons hotel, Athens Center Square, zal wel een uur duren. Voor onze welbespraakte reisleider een mooie gelegenheid om het programma te bespreken en een beknopte historie van Athene te vertellen.

De Akropolis hield ook vroeger de gemoederen bezig. Lord Byron beschrijft in zijn meesterwerk “Childe Harold’s Pilgrimage” hoe tijdens zijn verblijf in Athene het Parthenon van zijn kunstwerken werd ontdaan in opdracht van Lord Elgin, de Britse ambassadeur bij het Turkse hof. De Dichter heeft het slopen van de metopen en een deel van het fries van het Parthenon ( de latere Elgin marbles, nu in het British Museum te Londen) sterk veroordeeld. Goethe en Keats uiten zich daarentegen juist in lyrische termen over het behoeden van deze schatten door Lord Elgin tegen de verwoesting door de Turken.

Cor gaat verder. De oudste sporen van bewoning op de Akropolis dateren uit de laat Myceenseperiode (circa 1500 v.Chr.). Als stichter van de stad wordt koning Kekrops genoemd. Het moet wel een mythisch figuur zijn, want hij wordt voorgesteld als half man/half slang. Kekrops is vermaard om zijn rechtvaardigheid: de goden Poseidon en Athena kozen
hem tot hun scheidsrechter in een geschil over Attika. De meest beroemde koning van Athene is Theseus, de zoon van Aigeus.

Theseus regeert rond 1300 v.Chr. en staat bekend als de man, die van Attika een staat maakt. Vanaf de 8e eeuw v.Chr. wordt Athene bestuurd door een raad van drie edelen, naderhand

gewijzigd in een bestuur van negen archonten, die steeds voor tien jaar gekozen zijn. In 594 v.Chr., tijdens het bewind van Solon, krijgen alle mannelijke burgers stemrecht en berust de macht bij devolksvergadering. De tiran Peisistratos grijpt in 560 v.Chr de macht. Er volgt een bloeiperiode van handel, kunst en er is welvaart. Elke vier jaar worden de Panathenaeën gehouden: een week van feest, sportwedstrijden en toneel ter ere van de godin Pallas Athene. Kleisthenès geeft de Atheners in 508 v.Chr. een echt democratisch bestuur: de raad van ‘Vijfhonderd’ heeft het voor het zeggen. Het dagelijks bestuur wordt uitgeoefend door tien archonten. De bestuursperiode van de archonten is een jaar en zij dienen steeds verantwoording af te leggen van hun beleid. Toch breekt er geen periode van rozengeur en maneschijn aan: de Perzische oorlogen staan voor de deur. Miltiades weet in 490 v.Chr. de Perzen wel te verslaan bij Marathon, maar in 480 v.Chr. verwoesten de Perzen de stad en de Akropolis. De zeeslag bij Salamis brengt de ommekeer en de Atheners verslaan met hun bondgenoten de Perzen. De Delisch- Attische Zeebond wordt opgericht met als leuk resultaat, dat de bondsschatkist van Delos naar Athene verhuist. Nu heeft Athene geld in ruime mate om de Akropolis van indrukwekkende bouwwerken te voorzien. Misschien is het voor de Atheners een goed idee om thans, in 2011 n.Chr., de Europese Bank naar Athene over te brengen. Er zal altijd wel wat aan de strijkstok blijven hangen.

 

De periode van Pericles (461 tot 429 v.Chr.) betekent de culturele bloeiperiode voor Athene. Een pestepidemie in 430 v.Chr. decimeert echter de bevolking van Athene en de Peloponnesische oorlogen dwingen de stad in 404 tot capitulatie. Het komt eigenlijk nooit meer goed met Athene en in 338 verliest Athene voor altijd zijn autonomie. Koning Philippus II, de vader van Alexander de Grote, is de nieuwe machthebber.

Dit is het eerste deel van het reisverslag. Lees het gehele reisverslag Griekenland 2011 verder in pdf of ga terug naar het overzicht.